Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Elisa nu had gesproken tot die vrouw, welker zoon hij levend gemaakt had, zeggende: Maak u op, en ga heen, gij en uw [1]huisgezin, en verkeer als vreemdeling, waar gij verkeren kunt; want de HEERE [2]heeft een honger geroepen, die ook in het land zeven jaren komen zal. 1. Hebreeuws, huis. Zie Gen.7:1. 2. Dat is, heeft naar zijn gerechtigheid een duren tijd over het land gezonden, als zijn dienaar en scherprechter om zijne straffen uit te voeren. Zie mede Ps.105:16. Zo wordt ook God gezegd andere plagen te roepen, even alsof zij levende en redelijke schepselen waren, bekwaam om te verstaan en gewillig om te gehoorzamen; Jer.25:29; Hag.1:11.